Tegenwoordig lopen de meesten van ons er het liefste modieus én tegelijkertijd een beetje uniek bij met onze outfit. We zullen niet snel in dezelfde jurk als zuslief op een feestje verschijnen. Dat was anders in de Victoriaanse tijd, toen het aanschaffen van nieuwe kleding niet zo eenvoudig was als voor ons nu. Ik laat het zien aan de hand van een aantal foto’s van toen.
Mijn zussen en ik vormen samen een drieling, en we lijken veel op elkaar. Gelukkig heeft mijn moeder nooit de neiging gehad om ons precies hetzelfde te kleden. Hoewel we wel kledingstukken deelden (handig!), liepen we er nooit hetzelfde bij. Dit in tegenstelling tot meerlingen bij ons in de buurt, die als perfecte dubbelgangers door het leven gingen.
De wijdverbreide gewoonte om een tweeling identiek te kleden, heeft een interessant neveneffect: Veel mensen zijn geneigd om gelijkgeklede mensen ook maar als tweeling te identificeren. Bijvoorbeeld ook op Victoriaanse foto’s. Maar dat hoeft lang niet altijd te zo te zijn.
De laatste tijd ben ik weer meer actief op de plaatjes-app Pinterest, en daar kom ik regelmatig foto’s van gelijkgeklede Victoriaanse vrouwen tegen. Allemaal tweelingen? Zeker niet! De praktische en noodzakelijke reden voor identieke japons heeft te maken met de manier waarop men in de Victoriaanse tijd nieuwe jurken aanschafte.
Een nieuwe jurk kopen was een prijzige aangelegenheid. Snelle kant-en-klare modelletjes van H&M bestonden tenslotte nog niet. Je moest eerst één of meerdere stoffen kopen, en deze dan tot een japon laten maken. Als het even kon aan de hand van een patroon of een modeplaat. Handige dames konden dit zelf, maar er werd ook veel gebruik gemaakt van naaisters. Het arbeidsloon was tenslotte niet de grootste kostenpost, dit was echt de stof zelf. En als je zo’n dure aanschaf had gedaan, kon je beter een beetje extra betalen voor een naaister, dan de kostbare stof verpesten.
In principe bood deze manier van werken een redelijke kans op een unieke jurk, want ze werd tenslotte naar jouw eigen wensen vervaardigd. Maar juist in kleine gemeenschappen was er toch weinig keuze. In kleine dorpen kwam er bijvoorbeeld maar eens in de zoveel tijd een stoffenverkoper langs, die tegelijkertijd wat modellen van japons kon laten zien. De kans dat je dan eenzelfde stof of model koos als je buurvrouw, was zo toch best aanwezig.
Maar op dezelfde stoffen en modellen werd niet neergekeken, zeker niet binnen families. Een mooi voorbeeld staat in het verhaal Mr. Harrison’s Confessions van Elizabeth Gaskell. Twee zussen kopen daar dezelfde kostbare stof, om ieder een jurk van te laten maken. Dat was dus geen probleem. Uiteindelijk kiest de oudste zus er echter voor om haar zusje meer dan de helft van de stof te geven, voor een modieuze wijdere rok met plooien. Het is tenslotte de hoop dat de jongste zus nog eens een man aan de haak slaat…
Het kopen van dezelfde stof kon een besparing zijn – er werd vast wel een korting bij veel meters gegeven. Maar dat dit niet altijd het geval was, laat een foto van twee dochters van Victoria en Albert zien: Prinses Alice en Prinses Louise in een jurkje van dezelfde stoffen en snit! Gelijk kleden vond men dus ook gewoon leuk, zeker bij ongetrouwde jonge meisjes en jonge vrouwen. Een paar mooie voorbeelden:
Het laatste voorbeeld komt uit mijn eigen familie. Mijn oma (1918-2017) wist niet meer zeker wie deze vrouwen waren – hoe verder je in de stamboom teruggaat, hoe meer voorouders je hebt -, maar het zijn vrijwel zeker één van mijn oudmoeders met dier (schoon)zus. Makkelijker gezegd: De dame links is de overgrootmoeder van mijn oma, zo ver zijn deze vrouwen in generatie van mij verwijderd. Ze werden geboren rond 1818.
Maar goed, ik had het over gelijkende kleding. En deze verre verwanten van mij dragen ook vrij gelijkende jasjes van dezelfde stof. Eerst vond ik dat verwarrend, maar nu ik wat meer van de Victoriaanse modegewoontes weet, kan ik plaatsen dat zij waarschijnlijk dezelfde stof hebben ingekocht, en deze naar gelijkende, eenvoudige patronen tot jasjes hebben verwerkt.
Zo kunnen Victoriaanse foto’s ons een mooi inkijkje geven in de toenmalige gewoontes van alledag. In de 20e eeuw zou de gemakkelijkere aankoop van nieuwe kleding en de individualisering deze gewoonte van gelijkende outfits voor niet-tweelingen doen verdwijnen. Tenzij je het moeder-dochter-twinning van de laatste jaren in ogenschouw neemt. Maar het oordeel over moderne fashion statements laat ik liever aan anderen over…
Mr. W. brengt mij een kopje thee: Earl Grey met melk vandaag.
PS. De komende drie weken neem ik een blogvakantie. Er stond al een vakantie op de planning, maar de corona-crisis heeft ook onze plannen flink door elkaar geschud. De huidige situatie biedt voor mij even wat minder ruimte om wekelijks te bloggen. Via Instagram, Facebook en Twitter zal ik jullie wel blijven trakteren op mooie plaatjes. Het eerstvolgende blog verschijnt op 11 mei.
Wat bijzonder dat jij en je zussen een drieling zijn! Mijn broertjes zijn een tweeling, maar drielingen komen volgens mij niet heel vaak voor.
Een heel leuk onderwerp voor een artikel is dit! Mijn ouders hebben (net als jouw ouders) na de peutertijd altijd heel bewust mijn broertjes verschillende kleding aangetrokken. Grappig om te zien hoe men dat in de Victoriaanse tijd aanpakte en dan niet alleen bij meerlingen. Op zo’n familieportret heeft het eigenlijk ook wel wat bijzonders om meerdere zussen/broers hetzelfde aan te trekken.
Ja, ik las het op je blog! Bij ons in de straat woonden toevallig drie drielingen, maar over het algemeen komt het natuurlijk niet zo heel veel voor. Jij hebt natuurlijk het perspectief van ‘de andere broer of zus’, dat is ook interessant.
Ik geef toe dat ik de foto’s van gelijkgeklede kinderen vaak wel schattig vind, maar ben toch blij dat ik dat niet zelf aan den lijve heb ondervonden. 😉
Ik weet nog dat bij mijn oma ook nog zo’n stoffenhandelaar aan huis kwam. Op de fiets met voorop een hele grote mand met een dekzeil erover waar dan diverse stoffen in zaten.
Zo kwam er ook iemand langs met ondergoed voor dames en heren.
Lange onderbroeken voor opa en directories voor oma. V. Beek heette deze man volgens mij.
Later is hij een modezaak begonnen waar mensen vanuit de hele omgeving hun onder- en bovengoed kwamen kopen en vaak ook nog op de pof.
Bedankt voor het delen van je herinnering, AnneMarie! Dat soort kleine dagelijkse dingen vind ik altijd erg interessant om te weten. En dan inderdaad kopen op rekening, omdat je je klanten toch wel kende. Dat zijn echt vervlogen tijden!
De gewoonte om zusjes, zoals ook mijn zus en mij, ondanks drie jaar leeftijdsverschil, in dezelfde outfit te steken, was ook in de jaren vijftig van de vorige eeuw nog niet verdwenen. Dat mijn Oma (uit 1898) vaak kleding voor ons uitzocht en maakte, had daar vast iets mee te maken. Het was ook veel makkelijker om twee maal hetzelfde patroon te maken, dan kreeg je het ‘in de vingers’. Ach, die prachtige Schotse geruite rokken, met een leuke sierspeld van voren, we vonden ze heel mooi. En wat hebben mijn zus en ik gekift over wiens speld mooier was… Mijn moeder had vast spijt dat ze niet ook de sierspelden precies gelijk had ingekocht.
Wat een boeiend verhaal, Isa! Ik kan me helemaal voorstellen dat het voor jullie fijn was om toch iets unieks aan je eigen kleding te hebben, de speld in dit geval. Maar goed dat je ook wijst op het gemak van naaien naar hetzelfde patroon; daar zit natuurlijk wel wat in.
Ik vind het erg leuk om jouw reactie en die van andere lezers te lezen: Blijkbaar was het dragen van dezelfde kleding nog niet zo erg lang geleden heel gewoon!
Wij waren thuis met 5 zussen geen broertjes en de jongste was een nakomertje dus alleen de grote hadden weleens dezelfde kleding ,Mamma maakte soms hele leuke jurken voor ons en allemaal van dezelfde stoffen die ze op de markt kocht .Wij als meisjes in de jaren 50 vonden dat heel gewoon ,pas jaren later toen we naar verschillende scholen gingen hadden we opeens verschillende jurken ,mijn ouders kregen het vakantiegeld en we gingen van Vught helemaal naar Den Bosch en de grootste kregen wat nieuws en de jongste wat minder want die kregen de jurken en rokken van de oudste,zelfs de jassen gingen naar jongere alleen schoenen ,allemaal naar de schoenwinkel en allemaal een paar nieuwe schoenen.Voor al die winkels was de vakantiegeld maand een goudmijn maand
Een mooie herinnering Wies, dank je voor het vertellen! Blijkbaar was kleding kopen voor jullie een hele gebeurtenis – eigenlijk wel mooi. Ik denk persoonlijk dat het beter was, dat er vroeger niet zo veel als nu wordt gekocht en ook weer weggedaan. Maar ik vraag me wel af: Was zusje vijf niet een beetje beteuterd dat zij minder nieuwe jurken kreeg?
Heel interessant om te lezen. Omdat ik op Pinterest ook vaak naar Victoriaanse plaatjes zoek, was het me opgevallen dat de dames vaak hetzelfde droegen. Leuk om te lezen wat de reden daarvoor was.
Graag gedaan, Darina! Het viel mij ook op, dus toen ben ik maar een onderzoekje gestart. Zo beginnen de meeste blogs. 🙂
Leuk, dit! Vroeger vond men (de ouders vooral waarschijnlijk) vaak ook dat zusjes een soort eenheid moesten vormen. Dat werd voor je bepaalt, ook al ruziede je de hele dag met elkaar ☺. Ik denk dat dat wel meespeelt in diezelfde kleding. Het was ook heel gewoon dat je met je zusje in 1 bed sliep, waarschijnlijk werd dat een twijfelaar als de kinderen te groot werden voor 1 bed. Zo heeft mijn moeder, geboren in 1923, tot haar zestiende in bed geslapen met haar zus. Niet omdat ze arm waren, verre van. Maar dat hoorde zo bij zusjes… Zij hadden als kind trouwens ook wel dezelfde jurkjes aan, herinner ik me van foto’s. Maar vooral als jong kind. Zelfs mijn broer en ik (1957+1960) hadden vaak dezelfde vakantiekleren, in een net even andere kleur. Lekker makkelijk met kopen :-p Wij vonden het wel interessant, haha. Omdat het niet voor altijd was, natuurlijk. Ik droeg ook wel mijn broers kleding af… terwijl wij ook verre van arm waren. Allemaal ‘gewoonten’ waar niet over nagedacht werd.