Sommigen van jullie hebben het misschien al op Facebook voorbij zien komen, maar ik had begin september de kans om in de buurt lekkere conference-peren te plukken. Een buurman heeft een prachtige boom staan, maar lust zelf geen fruit. Ik mocht ze daarom plukken, en dat laat ik me geen twee keer zeggen! En in een kookboek van Victoria’s chefkok Francatelli vond ik een goed recept voor perentaart, wat mijn perenavontuur pas goed afmaakte.
Fruit en noten plukken – in het wild, of bij welwillende buren – is iets wat ik graag doe. Lekker in de buitenlucht, het liefste met een gezellig groepje mensen, en daarna met een mooie buit naar huis.
Maar peren plukken, dat had ik nu nog nooit gedaan, en ik heb er dan ook geen verstand van. Google leerde mij, dat je peren op een bepaalde manier mét steeltje moet plukken, zodat ze langer houdbaar blijven. Ook kunnen de meeste peren twee weken voordat ze rijp zijn al geplukt worden, zodat ze op een koele plek kunnen narijpen. Een peer met bruine pitjes is plukrijp, een peer met zwarte pitjes is eetrijp. Zo, dat wist ik dan ook weer. Na de oogst had ik zo’n 60 peren netjes gesorteerd in de kelder liggen.
Bij de betreffende buurman bleken overigens conference-peren te hangen: De meest gegeten peer van Nederland. En wat voor mij extra leuk bleek: De conference-peer is een 19e-eeuws ras uit Engeland! Het ontstond vóór 1885 in de Oost-Engelse streek Hertfordshire. Zijn naam dankt de peer aan de eerste prijs op de National British Pear Conference in Londen in 1885. (Weer een onbenullig weetje waarmee je misschien ooit eens een Triviant-vraag wint.)
Maar opvallend genoeg zijn peren bij de Britten blijkbaar geen traditioneel lievelingsfruit, want ik kon in mijn Engelse historische kookboeken amper interessante recepten ermee vinden. Mrs. Beeton geeft in haar kookboek uit 1861 dan ook aan dat veel Engelse peren niet zo “wholesome” zijn, maar schrijft dat juist de Nederlanders en de Vlamingen zo goed zijn in de perenteelt. Dat steken we dan maar even in onze zak.
Hoewel de meeste van mijn victoriaanse kookboeken op perengebied dus niet avontuurlijker zijn dan het bereiden van stoofperen en ingemaakte peren, vond ik bij de beroemde chefkok Francatelli een lekker recept voor een perentaart. Met bovengenoemde hoeveelheid peren in de kelder ging mijn hart daar wel weer sneller van kloppen!
Voor mijn versie van het recept gebruikte in een taartvorm met een diameter van 20 centimeter. Het deeg wat ik hieronder maak, is goed voor het maken van drie taarten, maar het deeg kan ook goed ingevroren worden. De vulling is wel voor één taart.
Ingrediënten:
Voor het deeg:
- 450 gram bloem
- 225 gram boter
- 85 gram suiker
- 1 ei (M)
- 6 gram zout
- 140 ml water
Voor de vulling:
- 500 gram handperen (zoals conference)
- Kweepeergelei of kweepeercompote
- Rasp van 1 citroen
- Suiker om te bestrooien
- Een beetje water
Bereidingswijze:
Zorg dat alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn. Ik maakte het deeg in de keukenmachine. Doe eerst de bloem, suiker en het zout in de mengkom. Voeg dan de boter, het ei en het water toe. Zet de mixer aan en laat het geheel tot een mooi deeg kneden. Voeg indien nodig een extra eetlepel bloem of water toe. Het deeg hoeft niet lang gekneed te worden, zolang het maar een mooi, soepel geheel is.
Leg daarna het deeg even te rusten in de koelkast. Schil ondertussen de peren en snijdt ze in kleine blokjes. Rasp de citroen. Vul de bakvorm met de stukjes peer, spenkel de citroenrasp erover en voeg met een theelepeltje wat kweepeergelei toe. Je kunt ook (afgekoelde) compote van verse kweepeer gebruiken, zoals Francatelli doet, of het weglaten als je beide niet in huis hebt. Francatelli suggereert ook extra suiker bij de vulling, afhankelijk van de zoetheid van je peren; maar ik vond dat niet nodig.
Rol het deeg uit in een dunne lap en bedek je bakvorm ermee. Maak met een mes een paar gaatjes in de bovenkant van het deeg.
Volgens Francatelli bak je de taart als volgt: Bak de taart eerst ca. 15 minuten op 180 graden (heteluchtoven). Haal hem er dan even uit en bestrijk hem met water, en bestrooi hem met een beetje suiker. Doe de taart dan nog zo’n 15-20 minuten terug in de oven. Hierdoor zal de suiker niet kleuren, maar de korst wel. Overigens kun je de taart ook meteen bestrijken en met suiker bestrooien, en dan 30 minuten in de oven doen; dat is een makkelijker en net zo lekker.
Deze taart is warm het aller-lekkerst, en gaat goed samen met wat lobbige slagroom.
Ik hoop dat ik Julie heb kunnen inspireren om ook eens deze – niet zo heel moeilijke – herfsttaart zelf te maken. Hij is echt de moeite waard!
En erg lekker met bijvoorbeeld een kopje kaneelthee.
P.S. Op de valreep voor de publicatie van deze blogpost maakte ik nog een tweede perentaart: Dit keer bekleedde ik de vorm met deeg, en kreeg taartje een rasterdeksel. Ook heel mooi – en bijzonder smakelijk! Voor dit taartje heb je tweederde van het deegrecept nodig. (En van het restdeeg maakte ik makkelijke kaneelbroodjes met wat kaneel en suiker.)
Voor het schrijven van dit blog heb ik de volgende bronnen gebruikt:
Charles Elmé Francatelli: The Cook’s Guide, and Housekeeper’s & Butler’s Assistant (1867) via Google Books.
Conference pear op Wikipedia.org.
Wat ziet de taart er alleen al heerlijk én feestelijk uit! En de taart met een raster bovenop vind ik al helemaal prachtig. Altijd leuk om zelf fruit te plukken en daar vervolgens iets mee te maken!
Ik ben zelf niet zo gek op peren, maar dat komt vooral doordat wij ooit een perenboom in de tuin hadden staan en destijds soms de hele zomer en herfst lang peren te eten kregen, haha. Ik herinner me nog dat ik na een tijdje zelfs brood met perenpuree aan het eten was 😉 Ik geloof dat ik daar een licht “trauma” aan heb overgehouden, waardoor ik nu liever voor appels kies, haha.
Hoi Romy, het spijt me van je “perentrauma”! Toch blij dat je zo lovend bent over het eindresultaat. Voor mij best een nieuwe smaak bij het bakken, dus ik zal me niet zo snel overeten. Hoop ik. 😉
De taart ziet er zo lekker uit! Zo leuk om zelf peren te hebben geplukt hiervoor.
Dank je wel, Darina! Het is één van de leukste redenen om de deur uit te gaan.
Heel leuk en lekker!
Dank je! Ik zou je graag een stuk opsturen. 😉