In het verleden heb ik jullie al vaak rondgeleid door de straten van Victoriaans Londen. Ik ben dol op de Britse hoofdstad, maar zijn er natuurlijk nog meer steden die met een oog op de 19e eeuw onze aandacht verdienen. Dit keer neem ik jullie aan de hand van een aantal kleurrijke fotochrooms mee naar Parijs, zoals de lichtstad er uitzag aan het einde van de 19e eeuw.
Sinds het begin van mijn blog in 2016 zijn onze vakanties langzamerhand steeds ‘Victoriaanser’ geworden; Van een bezoek aan het klooster op Mallorca waar Chopin en George Sand in de winter van 1838 verbleven, naar de gouden jaren van 19e-eeuws Kopenhagen, tot al het moois wat Victoriaans Londen te bieden heeft. Ook dit jaar hadden Mr. W. en ik grote plannen, om verslag uit te brengen van Parijs, en om te ontdekken hoeveel er in de moderne stad nog van de zogenoemde ‘belle époque’ terug te vinden is.
Maar helaas: Vanwege de pandemie die de wereld op dit moment tijstert leek het ons al vóór de Franse lockdown niet erg wijs om nog op reis te gaan. Een aantal dagen nadat we ons verblijf annuleerden, besloot ook het management van ons hotel om de deuren voorlopig te sluiten. Wel zo verstandig, natuurlijk. Dus in de dagen waarin we eigenlijk de Franse hoofdstad zouden verkennen, bleven wij net zoals zoveel mensen binnenshuis. Parijs zal er volgend jaar ook nog liggen.
Maar dat wil niet zeggen dat we de 19e-eeuwse lichtstad niet naar hier kunnen halen. Bij wijze van spreken, uiteraard. Want net als van andere wereldsteden bestaat er ook van Parijs een prachtige collectie kleurenfoto’s, gemaakt aan het einde van de 19e eeuw. En één blik op deze schitterende platen laat er geen twijfel over bestaan dat Parijs in die jaren voor de eeuwwisseling haar hoogtijdagen beleefde.
Deze periode is men later de ‘belle epoque’, de mooie tijd, gaan noemen. En als je de foto’s in dit blog bekijkt, begrijp je meteen waarom: De rijkdom en romantiek stralen van de verstilde stadsportretten af. Bijkomend voordeel is dat alle foto’s geschoten lijken te zijn op zonovergoten dagen. Zelfs met de voordeur dicht zou ik me bijna op vakantie wanen!
Parijs: Ontworpen in de 19e eeuw
De fotochrooms geven de moderne leunstoeltoerist een mooi overzicht van al het fraais wat Parijs ook nu nog te bieden heeft. Want: Het moderne Parijs, zoals wij het nu zo goed kennen, is echt bedacht, uitgetekend en gebouwd in de 19e-eeuw.
Waar aan de overkant van het Kanaal de Britse hoofdstad Londen tot bloei kwam gedurende de Victoriaanse tijd, zo was de regeerperiode van Napoleon III een gouden tijdperk voor Parijs. Onder het toeziend oog van deze neef van de grote Napoleon werd de verwaarloosde stad omgetoverd tot een schitterende metropool.
Hoewel bij zijn machtsgreep in 1848 de wereld zijn adem inhield, bleek al gauw dat deze nieuwe Napoleon helemaal niet geïnteresseerd was in Europese veroveringen. Het was zijn bedoeling om Frankrijk zélf nieuw leven in te blazen, en te laten profiteren van deze nieuwe tijd van welvaart en techniek. Te beginnen met zijn hoofdstad.
Parijs had namelijk wel een heel aantal mooie oude monumenten, maar die werden omringd door bouwvallige sloppen. De straatjes waren nauw, en Napoleon III wilde het geheel juist comfortabel en gemakkelijk toegankelijk maken voor het Parijse publiek. Zijn missie: De Franse hoofdstad moest de mooiste stad van Europa worden.In 1850 had hij al allerlei mooie plannen klaarliggen, en verkondigde trots:
“Laten we ons uiterste best doen om deze geweldige stad te verfraaien. Laten we nieuwe straten aanleggen, de drukke stadsdelen met een tekort aan frisse lucht en daglicht weer gezond maken, en ervoor zorgen dat gezond daglicht elke uithoek binnen onze muren binnendringt.”
Vanaf het moment dat Napoleon III in 1852 via een slimme zet tot keizer werd verkozen – dat hoor je niet vaak – kon hij eindelijk aan de grote make-over van zijn hoofstad beginnen. Hij gaf zijn nieuwe prefect, Baron Georges-Eugène Haussmann, de opdracht om Parijs wijdser, gezonder en mooier te maken. Deze pakte de klus rigoreus aan door de overvolle en ongezonde sloppenwijken van de kaart te vegen.
Vooral het eiland in de Seine, waar de Notre-Dame er al decennia lang als een slooprijp bouwval bijstond, werd ingrijpend vernieuwd. Ook loste Haussman gelijk het gebrek aan schoon drinkwater op door te investeren in riolering. Een uitstekend plan, want daarvóór deed de Seine dienst als zowel drinkwatervoorziening, als openbaar riool. Geen fijn idee.
Bovendien pakte Haussmann de grote verkeersdrukte in de nauwe middeleeuwse straatjes aan. Hij creeërde de beroemde avenues en boulevards, die de nieuwe grote treinstations van Parijs met elkaar moesten verbinden. Natuurlijk kwam de beruchte Parijse verkeersdrukte uiteindelijk terug met de uitvinding van de auto; maar het fraaie aanzicht van de brede avenues bleef bestaan.
En waar al die avenues elkaar kruisten werden nieuwe ruime pleinen ingericht, met fonteinen en monumenten. Daarnaast moesten alle gebouwen die aan deze nieuwe hoofdwegen lagen netjes even hoog worden, en opgetrokken worden uit hetzelfde roomkleurige steen. Zo komen de bekende boulevards van Parijs aan hun mooie uiterlijk.
Ook liet Napoleon III aan alle kanten van Parijs grote parken bouwen, waar de inwoners konden samenkomen om te ontspannen – zoals het beroemde Bois de Boulogne. Dit park is duidelijk gebaseerd op het Londense Hyde Park. In zijn nieuwe visie voor de Franse hoofdstad was de keizer namelijk sterk beïnvloed door zijn langdurige ballingschap in Londen.
Prefect Haussmann werkte in totaal zeventien jaar aan dit monumentale project. Een bekend kritiekpunt op alle plannen is het feit dat veel arme bewoners van de Parijse binnenstad plaats hadden moeten maken voor de luxueze bouwplannen. Zeker niet iedereen zal daarna hebben kunnen profiteren van het nieuwe Parijs.
Een positief effect was wel de werkgelegenheid, die alle bouwprojecten voor tienduizenden Franse werklieden opleverden. Daardoor nam de welvaart in die jaren voor veel mensen toe. Er bleef veel armoede, maar de gemiddelde Parijzenaar had het tijdens het Tweede Keizerrijk duidelijk beter dan zijn ouders en grootouders.
Tegen het einde van het Tweede Keizerrijk had Parijs behalve parken, straten en ruimopgezette nieuwbouwwijken de beschikking over een heel aantal fonkelnieuwe theaters, ziekenhuizen, markthallen en stations, beroemde restaurants en warenhuizen, en een uitstekend geörganiseerd openbaar vervoer.
En al dat moois werd ’s avonds en ’s nachts op een tot dan toe ongekende schaal verlicht door meer dan 56.000 gloednieuwe gaslampen. Hierdoor zou Parijs voortaan de bijnaam Ville-Lumiére krijgen; de lichtstad.
Haussmann was nog niet klaar met al zijn plannen voor Parijs, toen hij in januari 1870 het veld moest ruimen. De politieke wind was inmiddels gedraaid, en Haussman zag zich genoodzaakt om zijn ontslag in te dienen. De Parijzenaren waren het zat om nog langer tegen de ingrijpende en peperdure verbouwingen van de prefect aan te kijken. Een paar maanden later verloor Napoleon III zelf de macht na een rampzalige oorlog tegen het nieuwe Duitsland.
Ondanks alle tegenstand besloten Haussmanns opvolgers toch om diens ontwerp te respecteren, en tijdens de daarop volgende belle époque werden er nog een heel aantal van zijn projecten voltooid – waaronder zelfs nog in 1927 de ‘Boulevard Haussmann’. Niet slecht voor een weggekeken bestuurder!
Blijkbaar was inmiddels voor iedereen wel duidelijk dat alle inspanningen niet voor niets waren geweest. Parijs was in de jaren onder hun tweede keizer uitgegroeid tot de grootste Europese stad ná Londen, en bleef met haar monumentale gebouwen en prachtige nieuwe woonwijken tot ver na het einde van de 19e eeuw een bruisend centrum van kunst, cultuur, mode, wetenschap en handel. Iets waar de Fransen nog tot op de dag van vandaag trots op zijn.
Zucht. Ik krijg op deze manier bijna heimwee naar een vakantie, die ik niet eens gemaakt heb! Hopelijk kan het volgend jaar wel. Als het zover is zal ik jullie er uiteraard alles over vertellen. Voor nu; stay safe!
Met een kopje thee, uiteraard. Ik heb nog een doosje met rokerige thee van Fauchon Paris staan.
Voor het schrijven van dit blog heb ik de volgende bronnen gebruikt:
Paris on photochrome prints, Wikimedia Commons (Collectie: Library of Congress).
Paris during the Second Empire, Wikipedia
Haussmann’s renovation of Paris, Wikipedia
Photochrom, Wikipedia
Saint-Augustin, Paris, Wikipedia
Place de la Concorde, Wikipedia
La Madeleine, Paris, Wikipedia
Notre-Dame de Paris, Wikipedia
Parc des Buttes Chaumont, Wikipedia
Opéra Garnier, Wikipedia
Louvre, Wikipedia
Arc de Triomphe, Wikipedia
Eiffel Tower, Wikipedia
Parijs in de Belle Epoque vind ik een prachtige periode. Mooi al die platen en wat een verandering heeft de stad toen meegemaakt. Ik hoop dat we volgend jaar weer van Parijs kunnen genieten.
Ik dacht al dat dit blog wat voor jou zou zijn, Darina! Laten we hopen dat we allebei volgend jaar weer naar Parijs kunnen!
Wat een geweldige blog ik raak niet uitgekeken op de foto,s en het Louvre veel mooier dan met die glazen pyramide .Dank je wel voor dit “reisje”Parijs
Graag gedaan, Wies! Met een beetje fantasie kun je jezelf zo ook op reis wanen.
Stiekem vond ik het Louvre ook véél mooier zonder piramide! 😉
Een prachtig blog. Ik begrijp dat de koningen jiet zo goed voor hun hoofdstad gezorgd hebben en Napoleon daar verandering in gebracht heeft.
Interessant om te lezen dat het Parijs dat we nu kennen pas in de late 19e eeuw ontstaan is. Ik krijg zin om weer naar Parijs te gaan. Helaas zullen we nog even geduld moeten hebben maar dit is een hele kleine pleister op de wonde.
Dank je wel.
Ik ben blij dat je het leuk vond, AnneMarie. Ja, het is bijzonder hoeveel de visie van één staatshoofd met zijn architect kan uitmaken. Al zullen de bewoners die hebben moeten wijken voor de nieuwbouw er destijds minder blij mee zijn geweest, vrees ik.