Mensen zijn nieuwsgierige wezens. Er zouden niet zoveel woonprogramma’s en interieurtijdschriften bestaan, als niet een aanzienlijk deel van de mensheid graag bij een ander binnen zou willen kijken. Ik ben een van die mensen, en daarom neem ik vandaag graag een kijkje in de victoriaanse woonkamer. Nou ja, woonkamer? Parlour, salon, drawing room of morning room… zorg dat je niet verdwaalt!
Eigenlijk bestond de ‘woonkamer’ of living room onder die noemer in de victoriaanse tijd nog niet. Het ideale middenklassehuis in zegge een Londense suburb had op zijn minst twee kamers op de begane grond om ‘in te leven’. Vaak werd er één doordeweeks gebruikt en één op zondag – of bijvoorbeeld wanneer er bezoek kwam. Dit zie je bijvoorbeeld ook terug in het huis waar David Copperfield opgroeit in de gelijknamige roman van Charles Dickens.
De victoriaanse woonkamer: Welke kamer was dat nou?
De Victorianen ontwikkelden een strikt idee van gescheiden functies in huis. Sommige kamers waren privé, dus alleen voor de familie. Andere waren ook geschikt voor publiek, bijvoorbeeld voor dames die morning calls kwamen afleggen. En hoe groter een huis was, des te groter was ook de variatie in kamers: een knusse morning room voor dames om bijvoorbeeld (privé) te handwerken of goede vriendinnen te ontvangen, en een drawing room voor formeel bezoek, en wie weet nog een extra luxe salon voor nog meer formeel bezoek en feestjes in de avond.
In meer bescheiden middenklassehuizen waren er meestal maar twee ‘woonkamers’. Deze werden parlour genoemd. Nogal wat termen voor de kamer waarin overdag geleefd wordt, dus. Ik vind het zelf best ingewikkeld.
Om verwarring te voorkomen, zal ik voor het gemak in de rest van dit blog spreken over de drawing room. Dit omdat deze kamer voor de gegoede middenklasse het toonbeeld van stijl en goede smaak moest vertegenwoordigen. Wie iets te betekenen had, had een nette, schone drawing room die in lijn was met de maatschappelijke status van de bewoners. Niets meer, niets minder. Maar dat was dan ook een hele klus – en niet vrij van een moreel maatschappelijk oordeel, zoals ik al eens in een eerder blog vertelde.
Hoe zag een victoriaanse drawing room eruit?
Om bovenstaande vraag maar meteen daadkrachtig te beantwoorden: Vol. Zoals ik al eerder heb laten zien in een blog over een regency-interieur versus een proper victoriaans interieur, staat een victoriaanse drawing room bomvol. En of je dit nu wel of niet mooi vind, het had wel een reden. De victorianen gebruikten hun publieke kamers om uit te drukken hoe ontwikkeld ze wel niet waren. Via de drawing room kon je laten zien dat je veel gereisd had (souvenirs en foto’s neerzetten), kennis van literatuur had (gewoon een paar dikke boeken subtiel laten slingeren), dat je kon beeldhouwen, muzikaal was, en op de hoogte was van mysterieuze oosterse stijlen (chinoiserie). Ook kon je laten zien dat je een lokale kunstenaar sponsorde door zijn werk op te hangen. Dit deed bijvoorbeeld de eigenaar van het Victoriaanse Huis in Kopenhagen.
Huisvrouwen moesten er natuurlijk voor zorgen dat het huis schoon was, maar zij en de eventuele dochters des huizes dienden ook begaafd te zijn in knutselwerk om zo de verschillende meubelstukken zoals tafeltjes, de haard en de piano van hun gehaakte, geplakte en getekende frutsels te voorzien. Zo werd de open haard in de zomer niet gebruikt, en werd de vuurplaats vol liefde volgestouwd met planten (er ontstond een heuse varenmanie), gedroogde bloemen en geknutselde franje van oude lapjes stof. En in mijn vorige blog over huishoudelijke tips noemde ik al het lot van de piano, die onder zo veel mogelijk nick-nacks verborgen werd.
Een clichébeeld dat wij hebben overgehouden uit victoriaanse tijd is de gevulde schoorsteenmantel. De schoorsteenmantel werd het liefst uitgebreid met een plank, zodat je er nog meer op kwijt kon. Deze plank werd dan weer met stof en franje versierd, en in het midden werd een klok geplaatst; met ernaast bijvoorbeeld kandelaars en foto’s. Typisch victoriaans! De klok stond overigens onder een glazen stolp om hem te beschermen tegen alle roet en stof uit de open haard.
Om al te volle drawing rooms werd natuurlijk ook gelachen. In Bleak House (1853) van Charles Dickens komt Mrs. Pardiggle op bezoek. Zij is dername kortzichtig en egocentrisch bezig met haar eigen plannen, dat zij haar gezin niet genoeg aandacht geeft (fout!) en met haar wijde rok de bijzettafeltjes van haar gastvrouwen omver stoot. Op deze manier geeft Dickens in één scène kritiek op de slechte moeder en huisvrouw, overvolle interieurs, en ongetwijfeld ook op de groeiende omvang van de crinoline.
Victoriaanse meubels en een IKEA-gids avant la lettre
De belangrijkste doelgroep voor nieuwe meubels was de groeiende middenklasse. Arme mensen hadden er immers geen geld voor, en oude rijke families hadden vaak al antieke meubels in hun bezit en waren dus voorzien. Meubelfabrikanten speelden op een handige manier in op de combinatie van een groeiende doelgroep aan de ene kant, en nieuwe technische mogelijkheden voor het fabriceren van goedkopere meubels aan de andere kant. Op de Great Exhibition van 1851 werden een aantal van deze nieuwe meubels tentoongesteld. Ze bleken een groot succes.
Mooie voorbeelden van de laatste victoriaanse mode laat de meubelgids van Hampton & Sons uit 1869 zien. Er zijn verschillende prijsklassen voor verschillende portemonnees; en in de ‘bijsluiter’ bij hun meubelgids geven ze adviezen voor huizen met 8, 12 of 16 kamers.
Ik laat jullie graag een paar voorbeelden uit deze IKEA-gids avant la lettre zien. Welke stijl was nu eigenlijk populair in het midden van de 19e eeuw? Het antwoord hierop is even eenvoudig als verwarrend: De meubels van de victoriaanse tijd kenmerkten zich met name door hun eclectische stijl. Gotisch, barok, renaissance en oosterse invloeden: Allemaal hadden ze hun hoogtepunten, maar ze werden ook door elkaar gebruikt binnen verschillende meubelstukken en binnen verschillende interieurs. Je zou kunnen zeggen: een bombastisch allegaartje, dus.
Dat historische stijlen zo populair waren, was eigenlijk zo gek nog niet. Er was door de nieuwe technieken eigenijk zo veel keuze, dat men alles wel uit wilde proberen. Waarom niet, zou je zeggen. Daarnaast probeerde men zo veel mogelijk de elite na te doen; en zij hadden in hun eeuwenoude landhuizen natuurlijk ook een eclectisch interieur verzameld. Alleen maar spiksplinternieuwe meubels in je interieur was hierdoor ook een beetje not done.
De bombastische stijl van de victoriaanse tijd wordt in latere periodes vaak als ‘lelijk’ of ‘kitsch’ bestempeld, maar hier ben ik het persoonlijk niet mee eens. Ik denk dat de meubels gewoon tekenend waren voor hun tijdperk. Er waren plotseling zo veel mogelijkheden aan nieuwe technieken en er was zo veel meer kennis over geschiedenis een uitheemse culturen, dat men haast niet kon kiezen. Laten zien dat je van alle markten thuis was, was het summum van de geslaagde victoriaanse drawing room.
En nu plof ik weer lekker op mijn moderne bank, met een kopje kruidige thee.
P.S. Op het Pinterest-account van My inner Victorian vind je nog meer inspiratie voor de victoriaanse woonkamer en andere kamers in huis!
Voor het schrijven van dit blog heb ik de volgende bronnen gebruikt:
Judith Flanders, The Victorian House (2003).
Lucy Worsley, If Walls Could Talk – An Intimate History of the Home (2011).
Joanna Banham, Drawing Rooms. In: Encyclopedia of Interior Design (1997).
Madame de Lorraine, The Drawing Room. In: The Girl’s Own Paper (1881).
How We furnished Our First Home For £ 150. In: The Girl’s Own Paper (1898).
Hampton & Sons: Hampton & Sons Illustrated Designs of Cabinet Furniture engraved from photographs of stock at their new premises and manufactory, 8, Pall Mall East and 1,2,3, Dorset Place, Charing Cross, London. (1869) Via Archive.org.
Geweldig, die ‘Ikea’ gids. Echt leuk om te lezen, dank je wel weer!
Graag gedaan! 😀
superleuke blog…. ik heb genoten van je verhaal, Josephine….
Dank je, Gerry, altijd leuk om te horen! 🙂
Leuk en interessant
Heel interessant om te lezen en zo een inkijkje te krijgen hoe mensen hun woonkamer hadden ingericht de Victoriaanse tijd.
Wat heb je er een ontzettend leuke en interessante blog van gemaakt. Ik heb met plezier je beschrijvingen gelezen en de mooie platen bekeken. Geweldig, die voorloper op de IKEA-gids!
Leuk artikel! Ik heb me altijd afgevraagd waarom het drawing room heet! Lijkt me toch niet dat ze daar de hele dag zaten te tekenen? ( wat deden de rijke dames eigenlijk de hele dag, het huishouden en werken werd voor hen gedaan toch?). Of heette het drawing room omdat ze zich daarin ’terugtrokken’?
Je hebt gelijk met je tweede uitleg! Drawing room komt van ‘withdrawing room’, van terugtrekken dus. Als ik me goed herinner ontstond deze term in de tijd van de Tudors. Misschien een leestip: Lucy Worsley zet in “If Walls Could Talk” de hele geschiedenis van de slaapkamer, woonkamer en keuken op een rijtje.
Dankje voor de leestip! Ik ga de titel meteen eens even opzoeken 🙂
Wat heerlijk om te lezen, waar kan ik de “artistroom” bestellen?
Bedankt voor dat leuke momentje als er weer een prachtig schilderij met verhandeling op mijn Facebook of insta verschijnt
Graag gedaan Cathy! De schilderijen zijn altijd leuk om uit te zoeken!