Sinterklaas in de 19e eeuw

Sinterklaas is weer in het land. Zoals we gewend zijn, kwam hij afgelopen week per stoomboot aan. Die stoomboot, die heeft hij in de 19e eeuw aangeschaft. Want juist in de tweede helft van die eeuw werd het Sinterklaasfeest weer nieuw leven ingeblazen. Ook kwam hij voor het eerst uit het verre Spanje en kreeg een vaste, nu veel besproken side-kick.

sinterklaas-stoomboot

Sinterklaas komt aan in één van de hipste uitvinding van zijn tijd: De stoomboot. Uit: St. Nikolaas en zijn knecht (1905), p. 3.

Sinterklaas zelf is al veel ouder dan de 19e eeuw. Allicht, bij de laatste telling was hij ongeveer een jaar of 1973 oud. En zoals Jan Steen laat zien op zijn schilderijen, werd het Sinterklaasfeest ook al in de 17e eeuw gevierd.

Maar de Sinterklaastraditie zoals veel jongere en oudere Nederlanders haar nu kennen, stamt wél uit de 19e eeuw. Dat komt vooral door het boekje St. Nikolaas en zijn knecht van Jan Schenkman uit 1850, waarin de stoomboot, Spanje, een zwarte bediende en het Grote Boek van Sinterklaas worden geïntroduceerd. Ook onze bekende Sinterklaasliedjes stammen uit die tijd. En ook niet onbelangrijk: Sinterklaas werd voor het eerst toegelaten tot het huisgezin. Hij luisterde mee en kwam met zijn knecht langs de huizen. Ook ging hij voor het eerst met dat doel het dak op – te paard.

sinterklaas-let-op

Sinterklaas luistert of de kinderen zich wel gedragen. Uit: St. Nikolaas en zijn knecht (1850), p. 3.

Het Sinterklaasfeest werd in de 19e eeuw namelijk ingezet om het gewone volk wat beschaving bij te brengen. Waar het feest in de 18e eeuw en daarvoor vooral op straat werd gevierd, moest het nu binnen het veilige huisgezin plaatsvinden. Hoe victoriaans is dat! Op deze manier ontstond ook het systeem van beloning en straf, dat we nu ook nog deels kennen. Was je lui op school of was je stout? Kijk maar uit dat Sinterklaas het niet ziet, want dan krijg je geen geschenk. Of misschien zelfs wel de roe! Het boekje van Jan Schenkman heeft ook zeker aan deze stichtelijkheid bijgedragen. Bij bovenstaand plaatje hoort dan ook het vers:

Wie gluurt daar door ’t reetje?
De deur is niet digt!
’t Is Niklaas, die luistert
Wat ieder verrigt.
Wie traag is in ’t leeren,
Of stout is of boos,
Sint Niklaas hoort alles,
Hij luistert altoos!
Hem kan men niet foppen,
Geloof mij opregt,
Wat hij niet gezien heeft,
Vertelt hem zijn knecht.

sinterklaas-werkkamer

Op deze afbeelding zit Sinterklaas in zijn werkkamer. Naast hem is een donkere persoon in traditionele klederdracht te zien: de voorloper van Zwarte Piet, dus. Uit: St. Nikolaas en zijn knecht (1850), p. 23.

Het ligt misschien voor de hand dat ik nu iets ga zeggen over Zwarte Piet en de discussie van de laatste jaren. Ik heb eigenlijk geen zin om me erin te mengen, want gevoelens van nu zijn niet per sé de gevoelens van toen. Zwarte Piet komt uit een tijd waarin we anders dachten over etniciteit. Fransen waren raar, Duitsers ook en mensen met een kleurtje waren helemaal een ver-van-mijn-bed-show. Een zwarte knecht (vertaling van knecht = een betaalde hulpkracht) zal men niet erg hebben gevonden. Er was dus geen Zwarte Pietdiscussie.

Er was wel een Sinterklaasdiscussie.

Want de protestanten waren erg in hun wiek geschoten. In een periode waarin veel mensen op zoek waren naar de juiste kerkstroming, werd er met hartenlust geschoten op de figuur van Sinterklaas. Wat moest zo’n katholieke bisschop in de huizen van brave protestantse kindertjes? Dat zou ze toch vooral op het verkeerde religieuze spoor zetten! In 1895 werd er dan ook hard geprotesteerd tegen de viering van het Sinterklaasfeest in Sluis. Tsja, je kunt niet iedereen tevreden houden.

sinterklaas-rie-cramer

De Goede Sint (Rie Cramer, 1929) Deze prent hing bij ons vroeger thuis als Sinterklaas in het land was. Jeugdsentiment!  Hij is al wat gehavend, want hij is al 87 jaar oud en destijds door mijn oud-oud-tante uit de Haagsche Post gehaald.

Zelf hou ik wel van Sinterklaas.  Ik heb goede herinneringen aan de feestelijkheden in mijn jeugd, en daarnaast is zo’n stoomboot best een beetje steampunk. Daarom deel ik graag met jullie wat mooie afbeeldingen van de Sint uit de 19e eeuw. Met een paar schattige versjes erbij.

sinterklaas-op-school

Sinterklaas waarschuwt schoolkinderen om vooral braaf te zijn. Uit: St. Nikolaas en zijn knecht (1850), p. 13.

St. Nikolaas in de School

‘Wel meester! hoe gaat het
Met Mina en Koo?’
‘“Ja waarde Sint Niklaas!
Dat is maar, zóó, zóó!”’
‘Verdienen ze een prijsje
Of zijn zij ’t niet waard?’
‘Zij zijn als al de and’ren,
Wat vrolijk van aard.’
‘Welnu dan, wie stil is
En vlijtig hier leert,
Ziet, als ik terug kom,
Een prijs zich vereerd.’

sinterklaas-schoenzetten

Hier heeft een blij kind zijn schoen gezet bij zijn Oma thuis. Met succes! Uit: St. Nikolaas en zijn knecht (1850), p. 26-27.

St. Nikolaas bij Grootmama

Wel Grootma, wel Grootma!
Kijk, dat vind ik mooi!
Een tafel vol lekkers,
En dat voor wat hooi!
Hoe klein was mijn schoentje,
Hoe groot dit present!
En dan nog een boekje,
Een doos, en een prent!
Wel Grootma, wel Grootma!
O geef mij een zoen!
Ik breng, na een jaartje,
Op nieuw u mijn schoen.

sinterklaas-stoomtrein

Sinterklaas vertrekt in stijl met een stoomtrein! Uit: St. Nikolaas en zijn knecht (1905), p. 17.

Sint Niklaas vertrekt weer,
Per stoomboot?… O, neen,
Hij gaat met den spoortrein
Naar Spanje weer heen.
Zijn knecht droeg de koffers
Zeer vlug naar ’t station…
Hij zou liever blijven,
Wanneer dit maar kon.
De Bisschop neemt afscheid,
Gij ziet het hier klaar,
Hij groet al zijn vriendjes,
Tot ’t volgende jaar.

sinterklaas-stichtelijk

Titelblad met een dreigende tekst uit circa 1850-1860. Uit: Sint Nicolaas (1850-1860).

En dan nog een minder vrolijke Sint. Het boek waarvan bovenstaand plaatje het titelblad is, is een behoorlijk streng prentenboekje met waarschuwende teksten. Achtereenvolgens worden de snoeper, de smeerpoets, de gulzigaard, de luiaard, de driftige, de eigenzinnige, het fatje en de levenmaker negatief neergezet en vermanend toegesproken.

Opvallend is dat de negatieve karakters allemaal dieren zijn. Maar uiteraard moeten kinderen ervan leren. Echt een opbeurend boekje, dus. En het titelblad helpt ook al niet mee. Het lijkt erop dat het boek speciaal ter gelegenheid van het Sinterklaasfeest deze omslag heeft gekregen, want in de versjes wordt Sinterklaas niet één maal genoemd. Maar de link is duidelijk: Sinterklaas houdt niet van stoute kinderen. Deze negatieve boodschap is volgens mij typerend voor de eerste kinderboeken in victoriaans West-Europa. De tijden veranderen gelukkig.

Poeh, ik ben toch wel blij dat Sinterklaas in de loop der jaren wat liever geworden is. Vind ik toch wel gezelliger.

Ik kruip lekker lui op de bank, met een kopje Celyonthee. Past goed bij mijn zelfgebakken speculaas…


Voor het schrijven van dit blog maakte ik gebruik van de volgende bronnen:

Versjes en afbeeldingen uit:
Jan Schenkman, St. Nikolaas en zijn knecht. Amsterdam 1850. Via www.dbnl.nl .
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht. Amsterdam ca. 1905. Via www.dbnl.nl.
J. Scholz (Uitgever), Sint Nicolaas, Mainz 1850-1860. Via www.dbnl.nl.

“Sinterklaas” op de website van het Meertens Instituut.
“Sinterklaas” op het lemma van de Nederlandse Wikipedia.
Prent ‘De Goede Sint’. Speciaal voor de Haagsche Post getekend door Rie Cramer, december 1929.

Een gedachte over “Sinterklaas in de 19e eeuw

  1. Wat een leuk en interessant artikel om te lezen. Rie Cramer betekent voor mij sowieso jeugd sentiment. Ik was als kind al gek op de prentenboeken die ik van haar had.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.