Met mijn kookboek in de winkel mag ik mezelf nu toch wel een schrijver noemen. Dat klinkt reuze interessant. Eliza Acton, dé kookboekenschrijfster uit de 19e eeuw, had zelf haar eigen ideeën over het schrijverschap. In een periode waarin auteursrecht en copyright nog niet bestonden, gebruikte zijn haar kookboek om een gevatte sneer uit te delen naar mensen in het boekenvak. Vandaag maak ik haar ‘pudding voor arme schrijvers’.
Eliza Acton werd in 1799 geboren in een bescheiden middenklassegezin. Ze was thuis de oudste van zes zussen en drie broers, en dus moest ze flink meehelpen in het huishouden. Haar vader was oorspronkelijk een eenvoudige brouwer, maar probeerde daarna zijn geluk als mede-eigenaar van een grote brouwersfirma. Hierin was hij niet erg succesvol, wat hem – en zijn gezin – op den duur in geldproblemen bracht.
Gelukkig had hij wel besloten dat zijn zes dochters goed opgeleid moesten worden. Dat was een vrij logische en modieuze stap voor een man die wilde stijgen op de sociale ladder. Maar tegelijkertijd was het noodzakelijk, omdat de kans groot was dat niet al zijn zes dochters zouden trouwen. Na de Napoleontische oorlogen bestond er namelijk een groot tekort aan huwbare mannen van Eliza’s generatie.
Zo werden Eliza en haar zussen opgeleid in verschillende basisvakken, met het oog op de toekomst. Het liefste natuurlijk om later tot nut te zijn als echtgenote van een voorname heer, maar waarschijnlijker als ongetrouwde gouvernante of schooljuffrouw. Dit waren tenslotte voor vrouwen de enige respectabele mogelijkheden voor betaald werk. Het lijkt verdacht veel op de situatie van de zussen Brontë, nietwaar?
Het schrijven van een kookboek was niet bepaald Actons eerste ambitie. Al op haar 17e stichtte zij samen met een andere dame een school voor meisjes. En samen met minimaal een van haar zussen zou ze zeker tot 1823 werkzaam zijn als schooljuffrouw. Dit alles om op een respectabele manier een klein zelfstandig inkomen te genereren.
Van dichteres naar culinaire beroemdheid
Eliza Acton schreef veel gedichten, en in 1826 bracht zij zelfs een succesvolle dichtbundel uit. Maar toen zij een tweede bundel wilde publiceren, kwam haar uitgever volgens de overlevering met een bijzonder advies: Gedichten brachten geen geld in het laatje; kookboeken waren pas echt winstgevend! Of het echt zo gegaan is, is maar de vraag – maar een kookboek kwam er wel. Tussen 1835 en 1845 werkte Acton aan een praktisch kookboek, Modern Cookery, In All Its Branches, waarvan ze alle recepten zelf uittestte.
Dat laatste was in de Victoriaanse tijd echt een novum, net als haar toevoeging van praktische ingrediëntenlijsten en kooktijden. Kunnen wij ons nog een kookboek zonder deze briljante vindingen voorstellen? Ze zouden vanaf dat moment door iedereen gekopieerd worden. We mogen er Acton best dankbaar om zijn.
Niet alleen deze praktische nieuwigheidjes maken Actons kookboek een van de meest geliefde van de 19e eeuw. Al haar gerechten zijn bijzonder smakelijk, en bovendien kon ze erg leuk schrijven. Een kookboek met humor en sociaal engagement: dat was een geslaagde combinatie. Modern Cookery, In All Its Branches (later genoemd: Modern Cookery, For Private Families) werd een grote hit.
Een pudding voor elke portemonnee
Door haar dichtbundel wist Acton wel hoe de schrijverswereld eruitzag. En dat betekende: Veel tijd en energie in een manuscript stoppen, een magere gage krijgen, en de meeste winsten naar de drukker en uitgever laten gaan. Daarnaast bestond er in die tijd niet zoiets als auteursrecht of copyright, en dus werden delen van haar werk ook nog eens schaamteloos – en uiteraard zonder vergoeding – gekopieerd.
Kritiek op brutale copycats verwerkte Acton in de voorwoorden van de volgende drukken van haar kookboek. Het is duidelijk dat ze haar werk, waar ze tien jaar aan gewerkt had, niet zomaar ten prooi wilde laten vallen aan iedere schurk met een drukpers. Maar een gevatte kritiek op de uitgeverswereld is al in de eerste druk verwerkt.
Zo bevat het boek voor de verschillende schakels in het uitgeefproces een eigen pudding: The Publisher’s Pudding, The Printer’s Pudding en de Poor Author’s Pudding. De uitgever ziet het meeste van de opbrengsten, dus zijn pudding “can scarcely be made too rich”. Deze pudding bevat maar liefst 17 ingrediënten, waaronder luxeproducten als amandelen, room, gedroogde kersen, gekonfijte sinaasappelschil en de beste cognac. Het lijkt me een enorm machtige pudding! In schril contrast daarmee staat de Poor Author’s Pudding. Deze heeft maar zeven ingrediënten, waaronder oud brood en een half kaneelstokje als smaakmaker. Tsja, verschil moet er zijn…
En dan is er nog The Printer’s Pudding, het nagerecht voor de drukker. Deze pudding is net als die voor de auteur een broodpudding, maar wel op smaak gebracht met exotische (en daarmee dure) kokosnoot! Uiteraard zit er ook meer ei en suiker in dan bij de schrijver. Ik moet zeggen dat dit recept me ook erg aanspreekt.
Maar voor vandaag maakte ik (uiteraard) de schrijverpudding. Dit is het recept:
Ingrediënten voor één pie-vorm:
- 1 liter melk
- 1 klein kaneelstokje
- een snufje zout
- 85 gram suiker
- 3 eieren
- oud witbrood (stokbrood)
- een beetje zachte roomboter
Ik gebruikte voor dit recept oud stokbrood, in sneedjes.
Bereidingswijze:
Breng de melk op middelhoog vuur aan de kook, met daarin het zout en de kaneelstok. Laat dit gedurende 10 minuten tegen de kook aan trekken, los de suiker erin op, en laat het geheel afkoelen. Klop de eieren goed los en besmeer het brood met roomboter. Haal het kaneelstokje uit de melk, en voeg al roerend de geklopte eieren toe. Giet het geheel in een pie-vorm of ondiepe ovenschaal, en leg de stukjes brood erin. Bak de pudding gedurende 30 minuten in een voorverwarmde heteluchtoven op 160 graden.
Deze pudding is bedoeld voor vier beschaafde porties, maar Mr. W. en ik lustten hem ook met zijn tweeën. Het gerecht lijkt op wentelteefjes en andere traditionele broodpuddingen. Hij is zowel warm als koud lekker, en je kunt hem voor het serveren met wat suiker bestrooien.
Persoonlijk vind ik deze pudding een hele fijne manier om oud stokbrood op te maken. Ik haal dan niet de korstjes eraf. Dat zou meer werk zijn, en eerlijk gezegd houd ik wel van een kleine bite in deze pudding. Een geslaagd recept, vooral op een druilerige herfstdag!
Bij deze pudding dronken wij een kopje Taylors of Harrogate Yorkshire Tea, met melk. Een lieve vriendin bracht een verpakking van wel 160 zakjes uit Engeland mee!
Voor het schrijven van dit blog heb ik de volgende bronnen gebruikt:
Eliza Acton: Modern Cookery In All Its Branches (1845), via GoogleBooks.
Eliza Acton en Dyfed Lloyd Evans: Eliza Acton’s Modern Cookery for Private Families, Kindle Edition (2012).
Sheila Hardy: The Real Mrs. Beeton – The Story Of Eliza Acton (2011).
Wat ziet de pudding er heerlijk uit en mooie achtergrond informatie over Eliza Acton.
Dank je wel, Darina! Ze is één van mijn favoriete Victoriaanse chefs.
Lijkt erg veel op de broodpudding die mijn moeder vroeger maakte ,niks werd weggegooid dus van oude sneetjes brood maakte ze dit en wij de kinderen vonden het een traktatie
Dat kan kloppen, Wies! Het is inderdaad een vrij traditionele broodpudding. Zelf vond ik het erg grappig dat Acton door middel van pudding het onderscheid tussen schrijvers, drukkers en uitgevers maakte. 🙂
Wat ziet dat er heerlijk uit! En het is nog een goede manier om restjes op te maken ook! Het recept met kokos lijkt mij – als groot kokosliefhebber – ook wel wat trouwens.
Dank je wel, Romy! Ik hoop dat ik in de herfstvakantie aan de Publisher’s Pudding toe kom: De kokos heb ik al in huis gehaald. 🙂