Toen ik in 2018 in Londen was, ging ik een dag naar Kew Gardens. Daar maakte ik kennis met een bijzondere vrouw: de natuurschilderes Marianne North (1830-1890). Zij reisde grotendeels alleen de wereld over, en schilderde in de wilde natuur allerlei exotische bloemen en planten, waarvan veel in de westerse wetenschap nog grotendeels onbekend waren. Sommige bloemen zijn zelfs door North voor het allereerst op papier vastgelegd. Tijd om wat meer over deze bijzondere Victoriaanse dame te weten te komen.
Marianne North werd geboren in Hastings in 1830, als oudste dochter binnen een vooraanstaande familie. De Norths waren al invloedrijke figuren aan het hof van Elizabeth I geweest. Mariannes vader had gedurende afwisselende periodes zitting in het parlement. Door hun hoge positie en bijbehorende welvaart groeide Marianne vrij onbezorgd op. Ze hield van zingen, schilderen en paardrijden, en had een grote kennissenkring.
Soms wordt wel eens beweerd dat ze wat mensenschuw was, maar dat is niet helemaal waar. Marianne was weliswaar wars van de vele verplichte formaliteiten binnen de “treadmill routine called ‘Society’”, maar ze hield wel van goede gesprekken in vertrouwde, intelligente kring. Haar vader was haar vertrouweling en beste vriend.
Mariannes aard strookte niet met het ideaalplaatje van de welgestelde jongedame van haar tijd. Ze hield niet van frivoliteiten, wilde niet trouwen, had een scherpe tong en wilde het liefste op avontuur. Haar ouders vonden dat prima.
Toen ze eenmaal de leeftijd had, vergezelde Marianne haar vader op diens vele trips in binnen- en buitenland. Een bijzondere reis met het gezin was die naar Midden- en Zuid-Europa in 1848: De Norths kwamen midden in de schermutselingen van de revolutionairen terecht. In Wenen ging het bijvoorbeeld maar net goed, en konden ze op het nippertje de stad ontvluchten.
In 1851 was de familie weer in Londen, waar ze bij de opening van de Great Exhibition aanwezig mochten zijn. Marianne schreef hierover in haar biografie niet veel – ze maakt alleen een grapje over de Duke of Wellington. Toch kan ik me niet anders voorstellen dan dat de tentoonstelling met objecten uit alle hoeken van de wereld indruk moet hebben gemaakt. Want al van kinds af aan had Marianne een ontembare nieuwsgierigheid naar vreemde, verre landen gehad.
Tijdens dezelfde periode in Londen kreeg ze ook een aantal lessen, die van belang zijn geweest voor de ontwikkeling van haar latere werk. Zo kreeg ze les in het schilderen van bloemen van de Nederlandse schilderes Magdelena van Fowinkel (1785-1875). Van weer een andere artiest kreeg ze les in aquarel schilderen.
In januari 1855 overleed Mariannes moeder. Zij liet haar dochter beloven om haar vader nooit in de steek te laten. Dit deed Marianne dan ook niet, en samen met haar vader maakte ze nog meer reizen door onder andere Europa en het Midden-Oosten.
Daarnaast introduceerde haar vader haar bij de directeur van de Koninklijke tuinen in Kew, botanist Sir Joseph Hooker. Marianne was erg onder de indruk van de tuinen met hun collectie aan exotische planten. Haar reizen met haar vader en de connectie met Kew Gardens zouden een belangrijk fundament vormen voor haar toekomstig werk.
De wijde wereld in
Hoewel Marianne ook in deze tijd al schilderde, kwam haar productiviteit als kunstenares pas echt tot bloei na het overlijden van haar vader in 1869. De bezigheid van het schilderen gaf haar een belangrijke uitlaatklep; een manier om om te gaan met het verlies van haar dierbare vader. Ze besloot om – geheel tegen alle Victoriaanse conventies in – alleen op reis te gaan.
Ze wilde de hele wereld rond reizen, op zoek naar afgelegen uithoeken van de planeet, en op zoek naar onbekende landschappen en zeldzame planten. Overal waar ze kwam, nam ze haar teken- en schildersspullen mee. Zoals ze zelf schreef:
“I had long had the dream of going to some tropical country to paint its peculiar vegetation on the spot in natural abundant luxuriance.”
Haar reisschema deed haast niet onder voor dat van een 21e-eeuwse travel influencer – maar dan eentje zonder camera.
North begon in 1871 met een reis door de Verenigde Staten en Canada, en reisde daarna via Jamaica ruim een jaar lang door de tropische oerwouden in de onbekende binnenlanden van Brazilië. Daar legde ze vanuit een eenzaam hutje in de bossen al het natuurschoon vast. In 1875 verbleef ze een paar maanden op de Canarische Eilanden. En weer daarna schilderde ze in twee jaar tijd de woudreuzen van Californië, de bloemen in Japan, en de verlate regenwouden van Borneo en Java. Ze reisde voor haar kunst naar Ceylon, en in 1878 ondernam ze gedurende anderhalf jaar een grote tour door de verschillende regios van India. In 1880 reisde ze op aanraden van de bevriende Charles Darwin helemaal naar Australië en Nieuw-Zeeland.
Het zou te veel zijn om al deze reizen in detail te beschrijven. Gelukkig hebben we haar tweedelige biografie: Recollections of a Happy Life: Being the autobiography of Marianne North (1893), met daarnaast nog een later toegevoegd derde deel om het grote publiek alsnog deelgenoot te maken van die reizen die in eerste instantie waren weggelaten.
Op dit moment ben ik de hele serie aan het lezen, en de gecombineerde wereld- en tijdreis die dat oplevert is een heerlijk tijdverdrijf! North bezat een scherpzinnige humor – dat had ze duidelijk van haar vader – en ze wist de natuur in al haar pracht – en Engelse society in al haar oppervlakkigheid – te omschrijven. Echt een aanrader voor wie deze zomer niet zelf op reis kan gaan, en zich even wil verliezen in een omvangrijk verhaal.
Vóór het lezen van haar biografie had ik me afgevraagd of Marianne North wel echt alle reizen alleen maakte, zoals vaak beweerd wordt. Want hoewel ze gelukkig niet bang was aangelegd, was reizen niet altijd veilig; zeker niet voor een vrouw alleen.
Het antwoord ligt genuanceerd. Sommige stukken reisde zij inderdaad alleen – zelfs in de nachttrein binnen de Verenigde Staten -, maar op alle plekken waar zij kwam had ze brieven van introductie, die haar snel een kennissenkring in nieuw gebied opleverden.
Hoewel zij dus veel in haar eentje ondernam, en soms in gezelschap van bedienden, zou ze nooit wekenlang werkelijk alleen zijn. Het grote internationale netwerk waar zij vanwege haar bevoorrechtte positie deel van uitmaakte, zorgde feitelijk voor een soort veiligheidsnet. Iemand als North zou niet zomaar onopgemerkt kunnen verdwijnen. En vaak werd zij als Britse lady juist met alle egards ontvangen; zowel door werklui als leden van de high society. Zo werd ze bijvoorbeeld ontvangen door de Amerikaanse president Ulysses S. Grant.
De kunst van het kijken
Zo’n uitzonderlijke en reislustige vrouw bleef natuurlijk ook thuis niet onopgemerkt. De Britse kranten schreven dan ook regelmatig over de avonturen van North. Bovendien had ze na bijna twintig jaar globetrotten een indrukwekkend portfolio opgebouwd. In 1878 werd haar bijzondere collectie schilderijen tentoongesteld in de Londense wijk Kensington. Een verslaggever van het geïllustreerde weekblad The Graphic prees North uitbundig om haar
“…freedom of hand, the purity and brilliancy of colour and the accurate draughtsmanship of a consummate artist”.
Een unicum voor een Victoriaanse vrouw, die nota bene nooit een formele opleiding in de kunsten of plantkunde had gevolgd.
Wat North deed als natuurtekenaar was voor die tijd echt bijzonder. Ze was erg begaafd in de kunst van het kijken – op een manier die haar collega’s en voorgangers niet beheersten. Zo koos ze er bewust voor om lokale flora heel precies weer te geven in haar natuurlijke omgeving. Gangbare natuurtekeningen van die tijd lieten planten juist altijd in afzondering zien, tegen een lege achtergrond.North liet met haar werken juist de levende planten in samenhang met de natuur eromheen zien, en daarmee ook hoe planten en dieren met elkaar samenleven. Ze had oog voor de werking van de natuur. Het is met die blik niet verwonderlijk dat zij een van de eersten was die kritische kanttekeningen plaatste bij de impact van menselijk handelen op de natuur. Daarmee was Marianne North haar tijd ver vooruit.
De precieze en alomvattende manier van werken van North maakte dat zij een aantal nieuwe plantensoorten als eerste goed in kaart bracht. Het is niet voor niets dat er wel vijf soorten planten naar de kunstenares zijn vernoemd. Ook Charles Darwin was erg te spreken over haar baanbrekende werk, en haar bijdrage aan de natuurbiologie. Hij moedigde haar persoonlijk aan om ook de flora van Australië en Nieuw-Zeeland op papier vast te leggen; een opdracht die zij van harte aannam. En ook nu nog is haar werk van waarde voor wetenschappers.
De Marianne North Gallery
Toen North inmiddels honderden schilderijen had vervaardigd, besefte ze dat ze er iets permanents mee wilde doen. Zo’n prachtige collectie van wetenschappelijk belang moest niet verloren gaan.
Ze kwam ze met een bijzonder initiatief: Ze bood Kew Gardens haar volledige oeuvre van inmiddels meer dan 800 schilderijen aan. Daarbij was het de bedoeling dat zij op haar kosten een speciale galerie zou laten bouwen, waarin al haar werken een vaste plek konden krijgen.
De botanische tuinen namen haar aanbod graag aan. Zo openden in 1882 de deuren van de Marianne North Gallery. In haar eigen gebouw had zij ook zelf het laatst woord in de plaatsing van alle werken – en zo zijn ze nog steeds te zien.
Toen de galerij eenmaal af was, had de rusteloze kunstenares nog één continent op haar wensenlijst staan, waarmee ze haar wereldreizen compleet maakte. Op 53-jarige leeftijd vertrok ze voor haar schilderwerk naar Zuid-Afrika, gevolgd door een trip naar de Seychellen. Na nóg een laatste expeditie naar Zuid-Amerika besloot de vermoeide North dat het echt genoeg was geweest. Ze zocht de rust op van haar prachtige huis in Gloucestershire. Hier genoot ze nog een aantal jaar van haar eigen mooie tuin, tot haar dood in de zomer van 1890.
Een bijzondere erfenis
Nu ik het over het leven van Marianne North heb gelezen – en ik heb haar omvangrijke biografie nog niet uit – ben ik extra blij dat ik haar werk in haar eigen galerie heb kunnen bewonderen. Het is een prachtig, niet al te groot gebouw, dat vrij afgelegen aan de oostzijde van Kew Gardens ligt. Wanneer je in alle rust langs de honderden schilderijen loopt die ze tijdens haar leven gemaakt heeft, krijg je haast de indruk door een tuinkas van kunst te wandelen, met adembenemende landschappen, vreemdsoortige planten en prachtige, kleurige bloemen.
Een bijzonder weetje om bij stil te staan: De Marianne North Gallery is de enige permanente tentoonstelling in Groot-Brittannië die is opgezet rond het werk van één vrouwelijke artiest. En dat al meer dan 140 jaar.Als je een keer de kans krijgt om Kew Gardens in Londen te bezoeken, moet je zeker een kijkje nemen in de Marianne North Gallery. En ben je nu al nieuwsgierig, bekijk dan dit leuke korte filmpje over haar leven en werk.
Ik duik ondertussen weer met mijn neus in haar reisverhalen. Uiteraard onder het genot van een kopje thee – want dat vond Marianne North net zo belangrijk als ik.
Heel interessant en leuk uitgelegd
Dank je wel, Martina!
Wat fijn dat haar ouders haar stimuleerden om haar eigen weg te volgen. Ik kan me voorstellen dat er in die tijd ook ouders waren die andere verwachtingen stelden aan hun kinderen.
Vet leuk dit artikel! Echt nog nooit van haar gehoord, maar wat bijzonder dat er al 140 jaar een tentoonstelling van haar is. Mooie tekeningen/schilderijen ook. Ze was wel echt rijk denk ik want anders was dit allemaal vast niet mogelijk geweest?
Qua opzet doet het mij ergens wel wat denken aan de tentoonstelling die er twee jaar geleden alweer, was van het werk van Charlotte Salomons. Totaal andere expositie, tweede wereldoorlog, maar wel heel erg veel tekeningen/schilderijen om naar te kijken. Juist die hoeveelheid maakt het dan nog indrukwekkender.