Soms ontdek je een boek waarvan je denkt: Waarom heb ik dit niet veel eerder gevonden? Precies zo’n boek is ‘Pride and Pudding’, het eerste kookboek van Regula Ysewijn uit 2015. Ysewijn, die jullie wellicht kennen als jurylid van de Vlaamse Bake-Off, beschrijft in dit boek de lange geschiedenis van de Britse pudding in al haar glorie. De titel is dus niet alleen grappig, maar ook zeer toepasselijk.
Is het toeval dat de Britten een Vlaamse hebben nodig gehad om hun nationale gerecht te beschrijven, te catalogiseren en te bejubelen? Ik denk eigenlijk van niet. Waar Ysewijn in dit boek Britse autoriteiten als Ivan Day (voedselhistoricus), Annie Gray (voedselhistorica) en Jamie Oliver achter zich heeft staan, is zij toch de eerste die zo’n prachtig historisch verzamelwerk uitbrengt.
Maar misschien is dat toch ook niet zo gek: Als onze eigen Rudolph van Veen een stamppotboek had uitgebracht, was hij dan niet als een beetje stoffig versleten? Onze Nederlandse keuken is juist het leukste te bezien door de ogen van een Canadese Expat, zoals in Stuff Dutch People Eat. En volgens mij is dit voor een boek over Britse Pudding niet anders.
En met Pride and Pudding had Ysewijn duidelijk een nogal grote ambitie. Ze geeft maar liefst 90 recepten van allerlei totaal verschillende soorten pudding, doet een poging om een definitie voor het begrip te vinden (ik kan er eerlijk gezegd nog steeds geen vat op krijgen) en ploos maar liefst 200 bronnen door op zoek naar de oudste en meest authentieke recepten. Petje af! In het boek staan recepten voor boiled, steamed en baked puddings, maar ook voor geleipuddingen, broodpuddingen en puddingen van beslag.
Maar wat maakt nu pudding een pudding? Hoewel ik kan begrijpen dat het een mengsel in een omhulsel betreft (zoals een worst, of een geleipudding), snap ik zelf niet hoe een stapel pannenkoeken (a quire of paper) of een erwtentapenade (pease pudding) tot de puddingen behoren. En in het 19e-eeuwse recept voor castle puddings van Eliza Acton wordt het beslag gestoomd, terwijl Acton zelf het woord ‘bakken’ gebruikt. Of werd het woord bakken dan ook voor stomen gebruikt? Ik kan wel zeggen dat ik het op zijn minst verwarrend vond. Niet dat deze verwarring de pret drukt; Hiermee laat Ysewijn zien dat zien dat de geschiedenis zowel van eten als van taal ontzettend interessant kan zijn. (En als je het puddingbeslag zou bakken, is er nog geen man overboord. Je krijgt dan een variant op deze lekkere queen cakes.)
Regula Ysewijn geeft zelf aan dat ze geen academische achtergrond heeft. En eerlijk gezegd is dat wel een beetje te merken. De enorme hoeveelheid informatie vanaf de oudheid is niet altijd een even goedlopend verhaal; het is duidelijk een hele klus geweest om alle feitjes in een behapbaar stukje kookboektekst te proppen. Daarnaast rammelen sommige conclusies en is “ik ben geneigd om te denken van wel” niet bepaald een steekhoudend argument voor het bestaan van pudding in een bepaalde streek of tijdsperiode.
Daarnaast – ik kan er op dit blog natuurlijk niet omheen om dit even te noemen – stelt ze dat 19e eeuw “veel schade heeft toegebracht aan de Britse keuken.” Daar ben ik het uiteraard niet mee eens! Ik geef toe dat degene die het meest bekend is geworden uit de 19e-eeuwse kookwereld – Mrs. Beeton – eerder een sluwe uitgeefster was die alle recepten van anderen overschreef, dan een geweldige kokkin. Máár ze zorgde ook voor een democratisering van koken – en eten überhaupt – , waardoor grotere groepen mensen een betere maaltijd op tafel konden zetten. Nee, niet met de grandeur van de koninklijke tafels van weleer, maar ook geen droog brood met een piepklein stukje reuzel. En naast de ‘eenvoudige’ Mrs. Beeton (die ook nog eens belangrijk was voor de vrouwengeschiedenis) hadden we in de 19e eeuw ook nog Mrs. Rundell, Eliza Acton, Alexis Soyer en Charles Elmé Francatelli. Mijn tegenstelling luidt dus: De 19e eeuw was heel bevorderlijk voor de Britse keuken! Zo, die moest er even uit…
Maar al met al heb ik Ysewijns geschiedenis van de pudding met zeer veel plezier gelezen, en bovenal beslaat de bulk van het boek natuurlijk iets waar zij het allerbeste in is: koken en fotograferen!
Want wow, wat heeft ze haar fantastische recepten op een prachtige manier gefotografeerd! Ysewijn is een ervaren voedselfotografe, en dat is absoluut te merken. Ik heb nog nooit zo’n mooi kookboek gezien! Ze liet zich voor haar receptfoto’s inspireren door de stillevens van Vlaamse meesters; prachtig! Ik kan hier natuurlijk niet een hele rij voorbeelden geven in verband met copyright, maar ik raad je aan eens op haar blog te kijken (daar waar het allemaal begon) of gewoon het boek aan te schaffen. Ik heb zelf een paar heerlijke uurtjes met dit boek op de bank doorgebracht. En natuurlijk in de keuken.
De recepten in Pride and Pudding zijn misschien niet allemaal voor iedereen even toegankelijk, en ik moet toegeven dat ik zelf waarschijnlijk ook geen poging zal doen om bloedworst te maken. Maar Ysewijn biedt een heel keur aan recepten, van makkelijke broodpudding tot kleurrijke geleis, en haggis. Wie had gedacht dat pudding zo veelzijdig kon zijn?
Een groot applaus dus voor Regula Ysewijn. Zij past wat mij betreft in het rijtje supercoole voorbeelden als Kate Williams, Ruth Goodman, Annie Gray en Lucy Worsley. Zeg maar de ‘zo-wil-ik-later-ook-worden-als-ik-groot-ben-categorie’. En dan heeft ze ook nog een gave naam en kledingstijl. En ik durf te wedden dat ze ook nog aardig is. (Jealous, much…?) Anyway, ik ben niet iemand voor op de barricaden, maar ik ben blij dat het Nederlands taalgebied er zo’n fantastisch rolmodel bij heeft.
Op mijn blog gebruik ik geen systeem met sterren bij mijn recensies, maar dit boek had zeker 5 sterren gekregen. Ik kan het iedereen aanraden die geïnteresseerd is in de Britse keuken, avontuurlijke puddingen, voedselgeschiedenis en fotografie. Of een combi van dit alles. Wat een geweldig boek.
Ik kruip er maar weer mee op de bank. Met een stukje pudding. En een kopje thee.
Dit boek is leuk om in te kijken, in te lezen en in te bladeren. Een pudding heb ik nog niet gemaakt. Maar het boek is mooi om te hebben.
Ja, het is echt een fijn bladerboek. Uiteraard heb ik ook nog lang niet alles gemaakt, maar je krijgt er wel inspiratie – en trek – van.
Lijkt mij een heel leuk boek en wat een mooie collectie puddingvormen heb je!
Dank je! Ja, ik ben nu een beetje begonnen met verzamelen, en ik kan je zeggen dat we al een tweede servieskast hebben… Oeps!
Wat leuk jou review Josephine, dankjewel!!
Ik was even in de war over wat je zei over het recept voor castle puddings want ik dacht echt dat ik zei ‘bak de puddings’, ik vreesde al dat er een fout gebeurde bij de vertaling – ik schreef het boek immers in het Engels niet in het Nederlands, die vertaling gebeurde door een vertaler. Maar nu gekeken te hebben zie ik toch duidelijk in mijn recept:
“Bak 50 minuten, maar check na 40 minuten met een …”
Je moet het welliswaar in een waterbad bakken wat de puddings ook stoomt (en door de aard van de pudding hoort hij dus in het hoofdstuk boiled and steamed) maar in die tijd zouden ze dat waterbad niet vermeld hebben in hun recept omdat ze ervan uitgingen dat je dat wel zou weten. Zo werden er vaak dingen weggelaten uit recepten, vandaar dat recepten in oude boeken veel korter zijn dan vandaag. Wij willen graag dat alles volledig uitgelegd staat nu…
Nog veel plezier met het boek!!
Groetjes
Regula
Hoi Regula,
Bedankt voor je leuke reactie! Wat verwarrend zeg, die castle puddings, en ‘bakken’ au bain marie! Ik heb zelf een digitale versie van het kookboek van Eliza Acton, en ik dacht dat zij juist heel precies was in haar omschrijvingen. Het lijkt me zeker een uitdaging om castle puddings op de juiste manier te maken! Handig dat jij het wel in alles details hebt opgeschreven. 🙂
Ik heb zeker nog veel plezier van je kookboek! Mijn laatste pudding was een beef steak pudding en de volgende wordt waarschijnijk jouw sticky toffee pudding met stroop! Er zitten al familieleden op te wachten…