Soms wil je ergens snel bij zijn. Afgelopen zaterdag opende in het Gemeentemuseum Den Haag de tentoonstelling Art Nouveau in Nederland. Deze vernieuwende kunststroming ontstond aan het einde van de 19e eeuw in heel Europa, maar elk land gaf er zijn eigen draai aan. In deze tentoonstelling legt het Gemeentemuseum de nadruk op werken uit de periode 1884-1914, toen de stijl op zijn hoogtepunt was.
Ik moet zeggen dat ik van tevoren geen breed beeld van de Art Nouveau had. Ik dacht aan de werken van Alfons Mucha, en die vind ik altijd mooi. Wat zou Art Nouveau uit Nederland dan zijn? Bij binnenkomst in de tentoonstellingszaal maakte het museum al snel duidelijk: Het is de bedoeling om een beeld te schetsen van ‘echte Hollandse’ kunst. Hmm, het was mij eerlijk gezegd een raadsel hoe je de beroemde Nederlandse nuchterheid en eenvoud met de ideeën van een vernieuwende kunststroming zou moeten combineren. Gelukkig werd het me langzaam duidelijk. Het is misschien juist die tegenstelling waar het allemaal om draaide…
De ideeën achter Art Nouveau
In heel Europa was Art Nouveau een kunststroming die – zoals de naam al zegt – bedoeld was voor een nieuwe samenleving. Volgens kunstenaars als Johannes Ros had de opkomst van de industrie ervoor gezorgd dat de moderne mens echte schoonheid niet meer begreep. Aansluitend op de Arts and Crafts-beweging van onder andere William Morris, probeerde men zich via kunst af te wenden van de geïndustrialiseerde samenleving, en terug te keren naar de puurheid van de natuur, en de eerlijkheid van handmatig vakmanschap.
Dit zie je onder andere terug in gestileerde plant- en bloemmotieven op Art Nouveau-kunstvoorwerpen. Ook was het de bedoeling dat een kunstenaar in zijn atelier het hele product van begin tot einde zelf maakte: handwerk dus, in plaats van de in de 19e eeuw uitgevonden massaproductie in onpersoonlijke fabrieken. Je zult bovendien op deze tentoonstelling tevergeefs zoeken naar een Art Nouveau-schilderij of beeldhouwerk. Elk kunstwerk is onderdeel van wat anders; een ontwerp voor de kaft van een boek, een affiche voor een warenhuis, een versierde koffiepot, een mooi uitgedachte kast, chique behang, of zelfs een hele kamer. Art Nouveau is nooit kunst op zichzelf, maar eigenlijk altijd tot dienst van het gebruik ervan.
Bovendien hielden deze Artistes Nouveaux er grootse ideeën op na als het gaat om hoe de kunst er voor het volk moest zijn. Een nieuwe kunst voor een nieuwe mens in een nieuwe tijd. Met hernieuwde waardering voor de vakman, en het inzetten van het grote geld van de burgerlijke industrie voor ware kunst en voor het volk. Deze revolutionaire idealen klinken nogal communistisch. Daarnaast werden de Art Nouveau-stromingen nationaal gekleurd, met belangrijke, omstreden verschillen tussen kunstenaars uit verschillende landen. Kortom, ideeën over politiek en kunst gingen binnen Art Nouveau hand in hand.
Het probleem was, dat niet iedereen het erover eens was, hoe die nieuwe samenleving er dan uit moest komen te zien – en hoe je dat liet zien door het maken van kunst. Zo ontstond er al binnen Nederland onenigheid over de mate van decoratie in de echte, geschikte kunst. Buitenlandse Art Nouveau, zoals die van collega’s uit Frankrijk en Duitsland, vond men überhaupt te zwierig, wulps of protserig, maar ook twee toonaangevende ateliers/winkels in Amsterdam en Den Haag verschilden nogal sterk met elkaar van mening. Verdiend vorm de meeste aandacht, of blijkt de kunst uit de functie? Kortom: Moest een theepot er bovenal fraai uitzien, of moest je er vooral gemakkelijk thee uit kunnen schenken? Geloof het of niet, maar dit meningsverschil leidde binnen de stroming echt tot felle ruzies. De toekomst van kunst en samenleving stond namelijk op het spel! Afgezien daarvan wordt de Hollandse Art Nouveau toch wel gekenmerkt door relatief praktische en nuchtere ontwerpen. Het Nederlandse ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ zat er blijkbaar al flink in, ook onder vernieuwende kunstenaars.
Kenmerken van Art Nouveau
Zoals ik boven al noemde, vond men het belangrijk om terug te keren naar de natuur. Niet zo gek, in een maatschappij die in kort tempo erg was verstedelijkt en technisch gemoderniseerd. Als tegenreactie werd het platteland opgehemeld, en werd het plattelandsvolk verheven tot ‘het echte volk’; dat – zo was het idee – nog puur was.
Maar hoe laat je die natuur nu terugkomen in de ‘kunst voor een nieuwe samenleving’? Gek genoeg door de natuur naar het inzicht van de kunstenaar te perfectioneren. Voor inspiratie kozen kunstenaars van Art nouveau veelal voor de vorm van planten, bloemen en dieren. Men ging bijvoorbeeld het weiland in, en maakte daar eerst ter plaatse een natuurgetrouwe schets van een bloem. Daarna ging men terug naar het atelier om het ontwerp van Moeder Natuur te vereenvoudigen en te stileren. Met passer en tekenhaken in de hand werden zo symmetrische en zwierige patronen gecreëerd, die alleen de essentie van de bloem lieten zien. De bloem, niet zoals je hem ziet, maar zoals de natuur hem eigenlijk bedoelt. Volgens de kunstenaar, dan… In de tentoonstelling hing een voorbeeld, waarop je goed kan zien hoe men hierbij te werk ging:
Overigens zijn juist krullerige lijnen ook een kenmerk van de Art Nouveau, hoewel men in Nederland wat minder dol was op de ‘zweepslag-motieven’ die zo populair waren in de meer uitbundige, ‘decadente’ Franse stijl (zoals bij Alfons Mucha). In de hele tentoonstelling was volgens mij eigenlijk maar één voorbeeld te zien dat iets weg had van deze variant. En stiekem vond ik dat het mooiste kunstobject in de tentoonstelling.
Het stileren bleef overigens niet allleen beperkt tot bloemen en dieren, maar ook de vormen van de mens werden tot in de essentie teruggebracht, zoals te zien was op een poster van Wilhelmina Drupsteen:
Ik vind het stiekem ingewikkeld
Pff… Een hoop theorie, vinden jullie niet? Mij interesseerde het vooral hoe de kunstenaars hun ideeën over samenleving en politiek op hun eigen manier in de praktijk probeerden te brengen. Want ook al vond ik het stiekem ingewikkeld, ik kon me toch niet aan de indruk ontrekken dat deze ‘terug-naar-de-natuur-kunst’ zelf overduidelijk geïndustrialiseerd was. En, je raadt het misschien al, helemaal niet zo beschikbaar voor het gewone volk.
Van alle objecten die ik gezien heb kreeg ik het gevoel: Dit is kunst uit een industrieel tijdperk. Een waterboterbloem mocht geen echte waterboterbloem meer zijn, maar behoudt alleen zijn meest basale vorm. Alles werd met strakke hand vormgegeven; de mens kan het blijkbaar beter dan Moeder Natuur?
Daarnaast gingen ook kunst en commercie steeds hand in hand. Kunstateliers werden enthousiast aan winkels gebouwd, zodat het product meteen verkocht kon worden. Aan vermogende mensen, uiteraard, want echt vakmanschap door vele uren handwerk was natuurlijk in de praktijk niet te betalen voor Jan-met-de-pet. De socialistische en communistische idealen die veelal ten grondslag lagen aan de kunst voor het volk, bleven daarmee alleen aardig op papier, maar feitelijk onhaalbaar.
Al met al vond ik het een interessante tentoonstelling, die mooi vormgegeven was. Het Haags Gemeentemuseum probeert een breed beeld van de kunststroming te geven aan de hand van de vele verschillende objecten. Het leukste vond ik daarbij het totaalbeeld dat in de zaal ontstond, van bijvoorbeeld een huiskamer, compleet met een rijkgevulde servieskast, typische stoelen, kasten en tafels met vazen, met daarnaast de ‘bewoners’ in bijpassende japons. Een visueel beeld van de moderne Art Nouveau-huiskamer rond 1900 heb ik dus wel.
Maar wat betreft de ideeën en onderlinge meningsverschillen, en al de daaruit voortvloeiende stijlen binnen de stroming, gaf de tentoonstelling me weinig houvast. Heb ik iets over het hoofd gezien, of konden de verschillende kunstenaars het eigenlijk ook niet zo eens worden? Wat ik in ieder geval geleerd heb, is dat Art Nouveau eigenlijk geen eenduidige kunststroming is. En dat maakt het stiekem lastig, maar ook zeker interessant.
Max Liebermann: Een zomers impressionist
Een stuk minder zware kost is de tentoonstelling die gelijktijdig in het Gemeentemuseum te zien is over het werk van Max Liebermann. Het Haags Gemeentemuseum schenkt op dit moment bijzondere aandacht aan de carrière van deze Duits-Joodse schilder, die erg internationaal geörienteerd was.
De jonge Liebermann schilderde eerst vooral realistische taferelen van bijvoorbeeld het platteland en het leven van eenvoudige mensen, maar groeide uit tot een belangrijke impressionistische kunstenaar die een inkijk gaf in het luxe leven en de vrijetijdsbesteding van de welvarende burgerij. Naast vele jaren in Parijs te hebben geleefd, waar hij altijd dolgraag had willen doorbreken, ging Max Liebermann ’s zomers ook vaak naar Nederland om te schilderen; hiervan zijn enkele erg mooie resultaten bij deze tentoonstelling te zien. Max Liebermann is in Duitsland bekend als de belangrijkste Duitse schilder van de 19e eeuw.
In combinatie met de tentoonstelling over Art Nouveau geven beide exposities samen een heel veelzijdig beeld van de kunst in de laatste helft van de 19e eeuw.
Voor wie het allemaal met eigen ogen wil gaan zien in het Gemeentemuseum Den Haag: De tentoonstelling Max Liebermann: Een zomers impressionist loopt van 24 maart tot en met 24 juni 2018, en voor de tentoonstelling Art Nouveau in Nederland hebben we van 21 april tot en met 28 oktober 2018 de tijd. Als je gaat, laat me weten wat je ervan vindt!
Tip: Vergeet niet om even een kijkje te nemen naar mijn recente overzicht van een heel aantal andere interessante tentoonstellingen over de 19e eeuw die deze lente te zien zijn.
Sluit ik al dit kunstzinnigs af met een verfrissend kopje jasmijnthee.
Mmm, ik ben juist fan van het zwierige en decadente uit de Art Nouveau, idd zoals in die boldoot reclame.
Ja, hè? Dan maar lekker on-Nederlands. 😉
Mooi beschreven. Dank je
Graag gedaan!
Goed idee om naartoe te gaan…..dank voor de tip….
Graag gedaan, ik ben benieuwd wat je ervan vindt.
Leuk blog Josephine. Ik wist niet precies wat Art Nouveau was, maar nu wel (een beetje). De tentoonstelling lijkt mij interessant. Ik vind de schilderijen van Max Liebermann ook mooi.
Dankje! Het is ook lastig om al die verschillende stromingen uit elkaar te houden. Ik ben blij dat je ze ook mooi vond.
Mooi artikel! Ik hou wel van de art-nouveau stijl.
Leuk bericht, Josephine, en ik begrijp best dat het je na zo’n eerste kennismaking met de Nederlandse Art Nouveau, ook wel Nieuwe Kunst genoemd, een beetje duizelt. De Nieuwe Kunst is soms juist super strak in tegenstelling tot bv de flamboyante Belgische en Franse Art Nouveau, daar moest ik in het begin ook aan wennen. Maar ga maar eens in Wenen of Glasgow kijken en je zult zien dat wij niet de enigen waren die streefden naar een meer rationeel ontwerp.
Zelf houd ik erg van de Nederlandse (geometrische) vlakversiering, die voortkwam uit de Theosofie en op wiskundige principes is gebaseerd. In de natuur zie je ook allerlei vaste verhoudingen en zichzelf herhalende patronen terug, en men zag daarin destijds het bewijs voor een soort goddelijke orde. Door te werken met wiskundige vormen (zoals driehoeken, cirkels en rechthoeken) in vaste verhoudingen probeerde men deze natuurlijke orde ook tot uiting te laten komen in de ontwerpen. En hierdoor ontstond een nieuwe eigen stijl die nog steeds fascineert.
Maar ik zal het niet ingewikkelder maken dan het al is… Ik zag alleen nog een klein foutje in je bericht. De afgebeelde poster van de tentoonstelling De Vrouw 1813-1913 is niet ontworpen door Jan Toorop maar door Wilhelmina Drupsteen.
Mvg Sipke van de Peppel,
verzamelaar van art-nouveaugrafiek en -boekbanden en bruikleengever voor de tentoonstelling Art Nouveau in Nederland, zie voor meer informatie: http://www.anno1900.nl
Hallo Sipke, bedankt voor je uitgebreide reactie en je toelichting op de Nieuwe Kunst. Ik was niet op de hoogte van de wiskundige principes die ten grondslag liggen aan deze stijl. Het geeft me weer een andere blik op de stroming, erg interessant!
Ik herinner me trouwens uit de tentoonstelling een aantal boekbanden uit je collectie – wat geweldig om die mooie exemplaren in je verzameling te hebben!
Bedankt ook voor je correctie. Ik pas het gelijk even aan in de tekst.